Het kabinet trekt een kwart miljoen euro uit om te zorgen dat Nederlandse popbandjes straks vaker meedingen naar een topnotering in de internationale hitlijsten. Om ook buiten de landsgrenzen door te breken zijn investeringen nodig, zo schrijft minister Jet Bussemaker (Cultuur) woensdag aan de Tweede Kamer.
Bussemaker wil dat meer popmuzikanten van eigen bodem de kans krijgen de wereldwijde top te bereiken, zoals ook Nederlandse deejays een belangrijk exportproduct zijn geworden. Tiësto, Armin van Buuren, Martin Garrix en Hardwell hebben zich genesteld in de wereldtop van de dance-industrie. Daarin moet de Nederlandse popmuziek ook slagen, zo vindt de sector zelf.
De Popcoalitie, waarin een groot deel van de sector zich heeft verenigd, heeft een plan bedacht om dat mogelijk te maken. Bands die willen doorbreken in het buitenland, kunnen een investering krijgen. Zij moeten dan wel door een onafhankelijke commissie een ‘buitenland-APK’ ondergaan om te toetsen of hun ambitie kans van slagen heeft.
De PvdA-bewindsvrouw is daar enthousiast over. Ze zegt dit jaar al 190.000 euro toe en trekt 60.000 euro uit voor een onderzoek naar de rol en positie van Nederlandse poppodia. Buma Cultuur en het Fonds Podiumkunsten steken daarnaast ieder 500.000 euro per jaar voor de periode 2017-2020 in het plan. Buma Cultuur gaat gevestigd talent ondersteunen, terwijl het fonds zich richt op beginnende bands.
Bron: AD.nl